zaterdag 1 december 2012

orde van dienst voor zondagmiddag 2 december om 14.30 uur te Westzaan doopdienst van Matthias van der Plas


Liturgie voor de doopdienst op zondag 2 december 2012  om 14.30 uur in de Christelijke Gereformeerde  Kerk te Westzaan


In deze dienst zal aan

 Matthias Cornelis Johannes van der Plas

  de Heilige Doop bediend worden.

 Voorganger: ds. P.J. den Hertog
Organist: dhr. H. Crezee

 à                 inleidend orgelspel

à                 welkom en mededelingen

zingen: Lied 172  vers 1 en 2
1 Abba Vader, U alleen, u behoor ik toe, U alleen doorgrondt mijn hart, U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen. Abba Vader, U alleen, U behoor ik toe.

2 Abba Vader, laat mij zijn, slechts van U alleen. Dat mijn wil voor eeuwig zij, d'Uwe en anders geen. Laat mijn hart nooit koud zijn Heer.
Laat mij nimmer gaan. Abba Vader, laat mij zijn, slechts van u alleen.

à                 we zijn een moment stil voor God, er is  gelegenheid voor stil gebed (staande)

à                 votum en groet (staande)



zingen: Psalm 65 vers 1 en 2 NB
1.De stilte zingt U toe, o Here,
in uw verheven oord.
Wij zullen ons naar Sion keren
waar Gij ons bidden hoort.
Daar zal men, Heer, tot u zich wenden, tot U komt al wat leeft,
tot U, o redder uit ellende,
die alle schuld vergeeft.


2. Zalig wie door U uitverkoren,
mag wonen in Uw hof
hoezeer hij door zijn schuld verloren;  terneerlag in het stof.
Wij worden door U begenadigd
die heilig zijt en goed.
Gij die ons in uw huis verzadigt
met alle overvloed.





à                 gebed

à                 doopbediening




Gemeente van onze Here Jezus Christus, Frank en Margreet van der Plas  hebben te kennen gegeven dat zij hun kind, Matthias, willen laten dopen.
Onderwijs: Wanneer in de gemeente van Christus de doop wordt bediend, gebeurt dat naar het woord van onze Here Jezus Christus. Hij heeft zijn apostelen de opdracht gegeven om alle volken tot zijn leerlingen te maken en hen te dopen in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, en hen te leren onderhouden al wat Hij geboden had.
In de brieven van de apostelen wordt ook over de doop gesproken. Zo zegt Paulus dat wie in Christus Jezus gedoopt is, in zijn dood gedoopt is. Met Hem zijn we dan begraven door de doop in de dood opdat gelijk Christus uit de doden is opgewekt door de majesteit van de Vader zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. Ook de kinderen mogen delen in de geheimenissen van het Koninkrijk van God, overeenkomstig het woord van Jezus: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods. 
Het volk Israël trok met zijn kinderen uit Egypte, het land van duisternis en slavernij, door de Schelfzee en de woestijn op weg naar het beloofde land. Dus stonden ook de kinderen onder Gods belofte en opdracht. Reeds sinds Abraham, de vader van alle gelovigen, wordt het verbond ingescherpt door het teken van de besnijdenis aan jongens, op de achtste dag na de geboorte.

Overeenkomstig het woord van de apostel zijn de gelovigen besneden in Christus met een besnijdenis die geen werk van mensenhanden is, daar zij met Hem begraven zijn in de doop. Zo heeft de kerk sinds de dagen van de apostelen ook aan de kinderen de doop bediend. De doop laat ons ook zien dat wij algehele reiniging nodig hebben, aangezien de Schriften ons leren dat wij in zonde ontvangen en geboren zijn. Wij kunnen Gods rijk niet binnengaan tenzij wij wedergeboren worden. Nu wil God ons geven wat Hij van ons vraagt.
Daarvan is de doop in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest het teken en zegel. In de Naam van de Vader gedoopt worden, is een teken en zegel dat God de Vader voor eeuwig zijn genadeverbond met ons sluit.
Hij geeft daarmee te kennen dat Hij ons tot zijn kinderen aanneemt en maakt tot zijn erfgenamen. Hij zet Zich voor ons in ten goede.  In de Naam van de Zoon gedoopt worden is een teken en zegel dat de                       Here Jezus al onze zonden afwast op grond van zijn lijden en sterven. Wij mogen met Hem opstaan in een nieuw leven, bevrijd van zonde en schuld. In de Naam van de Heilige Geest gedoopt worden is een teken en zegel dat Hij vast en zeker in ons wil wonen en werken. Hij verbindt ons aan Christus en doet ons delen in het heil dat Christus voor ons verworven heeft. De schatten van Christus maakt Hij ons eigen: de afwassing van onze zonden en de dagelijkse vernieuwing van ons leven totdat wij eenmaal met alle heiligen God zullen loven in de wereld die komt. 
Doopgedachtenis:
                    Op grond van het verbond roept en verplicht de doop ons  tot een nieuwe gehoorzaamheid.
                    Laten wij toegewijd zijn aan de ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest; laten we Hem vertrouwen en                             liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, met heel ons verstand en met al onze krachten. Loslaten moeten we al wat onheilig is. Afsterven moet ons oude, zondige leven, opdat we geheel en al een nieuw leven leiden in dienst van God.
En als wij in zonden vallen – we zijn en blijven immers zwak – dan moeten we niet aan de genade van God twijfelen en niet blijven doorgaan met zondigen, want de doop is een zegel en een vast teken dat het verbond met God eeuwig is.

Zingen: Psalm 105 vers 5



5.   God zal Zijn waarheid nimmer krenken,
      Maar eeuwig Zijn verbond gedenken.
      Zijn woord wordt altoos trouw volbracht,
      Tot in het duizendste geslacht.
      't Verbond met Abraham, Zijn vrind,
      Bevestigt Hij van kind tot kind.



Doopgebed:  Almachtige, eeuwige God, U hebt door de zondvloed de ongelovige wereld gestraft, maar Noach en de zijnen hebt U gered.
U hebt de Farao van Egypte, die zo verhard was dat hij zich niet aan U wilde onderwerpen, met heel zijn leger in de Rode Zee doen omkomen, maar uw volk Israël hebt U droogvoets door diezelfde Rode Zee geleid. In deze redding door het water heen laat U ons zien wat de doop ten diepste is. Hoe groot is uw ontferming. Wij bidden U op grond van uw oneindige barmhartigheid, dat U dit kind genadig wilt zijn en door uw Heilige Geest wilt opnemen in het lichaam van Jezus Christus, uw Zoon. Laat het met Hem in zijn dood worden begraven en met Hem opstaan in een nieuw leven. Laat het zijn kruis dagelijks blijmoedig dragen in de navolging van Christus en Hem aanhangen met een echt geloof, vaste hoop en vurige liefde.
Geef dat het dit leven – dat aan het sterven is prijsgegeven –  door uw genade getroost zal verlaten en zonder angst zal verschijnen voor Jezus Christus, uw Zoon, die Rechter en Redder is.
Hoor ons in de Naam van Jezus Christus, uw Zoon, die met U en de Heilige Geest, één enig God, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.

Samengekomen rond de doopvont worden wij allen getuigen van de doop van dit kind en gedenken wij onze eigen doop.
Laten wij ons dan niet schamen om Christus openlijk te erkennen, want het evangelie is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft.

In gemeenschap met de kerk van alle tijden en alle plaatsen spreken wij openlijk uit:
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde
En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Here, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd,
gestorven en begraven, is neergedaald in het rijk van de dood, op de derde dag opgestaan van de doden, opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God, de Almachtige Vader, vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest.          Ik geloof de heilige katholieke Kerk, de gemeenschap der heiligen, de vergeving van de zonden, de opstanding van het lichaam en het eeuwige leven.

Vragen aan de ouders:
In geloof moeten wij de doop verlangen en niet uit gewoonte of voor de uiterlijke vorm.
Daarom vragen wij u eerlijk antwoord te geven op de volgende vragen:
– Erkent u dat onze kinderen van hun vroegste begin in de macht van de zonde zijn en aan het eeuwig oordeel onderworpen, maar dat zij in Christus geheiligd zijn en daarom als leden van zijn gemeente gedoopt behoren te worden?

– Gelooft u dat de Schriften van het Oude en Nieuwe Testament het verlossende Woord van God zijn, zoals de kerk dat ook openlijk in haar geloofsbelijdenis  uitspreekt en erkent en zoals dat ook in de kerk alhier wordt verkondigd?

– Belooft u uw kind bij het opgroeien zo te onderwijzen en te laten onderwijzen dat het zijn doop leert verstaan, en belooft u uw kind voor te gaan in een christelijke levenswandel?

Vader Frank en moeder Magreet van der Plas, wat is daarop uw antwoord?
Ja.
Bediening van de Heilige Doop: Matthias Cornelis Johannes, ik doop jou in de Naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest.  Amen.

Zingen: Psalm 134: 3 (staande)

3.           Dat 's HEEREN zegen op u daal';
               Zijn gunst uit Sion u bestraal'.
               Hij schiep 't heelal, Zijn Naam ter eer:
               Looft, looft dan aller heren HEER'!

Afsluitend dankgebed
Almachtige, barmhartige God en Vader, U prijzen wij, en we danken U dat U ons en onze kinderen door het bloed van uw geliefde Zoon, Jezus Christus, al onze zonden vergeeft; dat U ons door uw Geest tot leden van Hem afzondert en in Hem tot uw kinderen aanneemt; U prijzen wij, en we danken U dat U ons dit laat zien en bezegelt
in het teken van de doop. Om Jezus’ wil bidden wij U voor dit gedoopte kind dat U het altijd wilt leiden en regeren door uw Geest; laat het naar uw Woord worden opgevoed en in Christus tot geestelijke groei komen, opdat het uw goedheid en barmhartigheid zal erkennen en verkondigen. Laat het als een gerechtvaardigd mens onder onze enige Leraar, Koning en Hogepriester Jezus Christus leven en volhardend strijden tegen de zonde, de duivel en zijn hele rijk en overwinnen, om U, enige en betrouwbare God, Vader, Zoon en Heilige Geest, eeuwig te loven en te prijzen. Amen.

Schriftlezing vanuit psalm 115:
1. Niet ons, o HERE, niet ons, maar uw naam geef eer, om uw goedertierenheid, om uw trouw. 2  Waarom zouden de heidenen zeggen: Waar is toch hun God? 3  Onze God is in de hemel, Hij doet al wat Hem behaagt. 4  Hun afgoden zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden;
5  zij hebben een mond, maar spreken niet, zij hebben ogen, maar zien niet,
6  zij hebben oren, maar horen niet, zij hebben een neus, maar ruiken niet,
7  hun handen, maar zij tasten niet; hun voeten, maar zij gaan niet; zij geven geen geluid met hun keel. 8  Wie hen maakten, zullen worden als zij, ieder
die op hen vertrouwt. 9 Israel, vertrouw op de HERE, Hij is hun hulp en
hun schild; 10  gij huis van Aaron, vertrouwt op de HERE, Hij is hun hulp en hun schild; 11  gij, die de HERE vreest, vertrouwt op de HERE, Hij is hun hulp en hun schild. 12  De HERE heeft onzer gedacht; Hij zal zegenen, Hij zal zegenen het huis Israels, Hij zal zegenen het huis van Aaron; 13  Hij zal zegenen wie de HERE vrezen, kleinen zowel als groten. 14  De HERE moge
u vermeerderen, u en uw kinderen. 15  Gezegend zijt gij door de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft.16  De hemel is de hemel van de HERE,
maar de aarde heeft Hij de mensenkinderen gegeven. 17  Niet de doden zullen de HERE loven, niemand van wie in de stilte zijn neergedaald,
18  maar wij, wij zullen de HERE prijzen van nu aan tot in eeuwigheid. Halleluja

Zingen: Psalm 146 vers 1, 2 en 3 NB


1.      Zing, mijn ziel, voor God uw Here,
         zing die u het leven geeft.
         Zing, mijn ziel, uw God ter ere,
         zing voor Hem zo lang gij leeft.
         Ziel, gij zijt geboren tot
         zingen voor den Heer uw God.

2.      Reken niet op mensenwaarde,
         want bij mensen is geen baat.
         Aarde wordt een mens tot aarde,
         als zijn adem uit hem gaat.
         Ligt niet alles wat hij wil
         met zijn laatste adem stil?

3.      Heil wien Jakobs God wil bijstaan,
         heil die God ter hulpe riep.

Want zijn heil zal niet voorbijgaan,
God is trouw aan wat Hij schiep.
Wat in hemel, zee of aard
woont, is in zijn hand bewaard.

Verkondiging over palm 115: 1: Niet ons, o HERE, niet ons, maar uw naam geef eer, om uw goedertierenheid, om uw trouw.

Zingen: Psalm 117
1.      Loof, loof den HEER', gij heidendom!
         Gij volken, prijst Zijn Naam alom.
         Zijn goedheid is, in nood en dood,
         Voor ons, Zijn volk, oneindig groot;
         Zijn waarheid wankelt nimmermeer.
         Zingt, Hallelujah, zingt Zijn eer!

à                 dankzegging en voorbeden
à                 inzameling van de gaven

zingen: lied 214 vers 1 en 3


1 Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand; moedig sla ik dus de ogen, naar het                                                   onbekende land. Leer mij volgen zonder vragen; Vader, wat Gij doet is goed! Leer mij slechts het heden dragen, met een rustig kalme moed!
3 Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht, ik durfde niet. Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet!
Wil mij als een kind behand’len, dat alleen de weg niet vindt: neem mijn hand in Uwe handen


 à                 We ontvangen Gods zegen.

 Na de dienst is er gelegenheid om de doopouders te feliciteren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten