donderdag 1 maart 2012

orde van dienst zondag 4 maart middagdienst 15.00 uur in de Wijcker Swaen aan de Koningstraat 119 te Beverwijk


Beverwijk/Westzaan; voorganger ds. P. J. den Hertog
kerkgebouw: "Wijcker Swaen" Koningstraat 119 te Beverwijk
4 maart 2012
15.00 uur


Welkom en mededelingen
(ouderling)

Zingen: Psalm 25 vers 2, 3 en 4 OB

Heer, ai, maak mij Uwe wegen,
Door Uw woord en Geest bekend;
Leer mij, hoe die zijn gelegen,
En waarheen G' Uw treden wendt,
Leid mij in Uw waarheid, leer
IJv'rig mij Uw wet betrachten.
Want Gij zijt mijn heil, o Heer,
'k Blijf U al den dag verwachten.

Denk aan 't vaderlijk meêdogen,
Heer, waarop ik biddend pleit:
Milde handen, vriend'lijk' ogen,
Zijn bij U van eeuwigheid,
Sla de zonden nimmer gâ,
Die mijn jonkheid heeft bedreven.
Denk aan mij toch in genâ,
Om Uw goedheid eer te geven.

's Heren goedheid kent geen palen.
God is recht, dus zal Hij door
onderwijzing hen, die dwalen,
brengen in het rechte spoor.
Hij zal leiden 't zacht gemoed
in het effen recht des Heren:
wie Hem need'rig valt te voet,
zal van Hem zijn wegen leren.

* We gaan staan *

Gelegenheid voor een stil, persoonlijk gebed

Woord van vertrouwen

God groet ons

* We gaan zitten *

Zingen: Psalm 108 vers 1 en 2 OB

Mijn hart, o Hemelmajesteit,
is tot uw dienst en lof bereid;
'k zal zingen voor den Opperheer,
'k zal psalmen zingen tot zijn eer.
Gij, zachte harp, gij schelle luit,
waakt op, dat niets uw klanken stuit'.
'k Zal in den dageraad ontwaken
en met gezang mijn God genaken.

Ik zal, o HEER, uw wonderdaân,
uw roem den volken doen verstaan;
want uwe goedertierenheid.
is tot de heem'len uitgebreid .
uw waarheid heeft noch paal noch perk,
maar streeft tot aan het hoogste zwerk.
Verhef U boven 's hemels kringen,
en leer al d' aard' uw grootheid zingen.

We bidden tot God


We lezen uit de Bijbel, het Woord van God: Kolossenzen hoofdstuk 2 vers 4-15

4 Dit zeg ik, opdat niemand u met drogredenen misleide. 5 Want al ben ik naar het vlees afwezig, naar de geest ben ik bij u en ik zie met blijdschap de orde, die bij u heerst, en de hechtheid van uw geloof in Christus.
6 Nu gij Christus Jezus, de Here, aanvaard hebt, wandelt in Hem, 7 geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, bevestigd wordend in het geloof, zoals u geleerd is, overvloeiende in dankzegging.
8 Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus, 9 want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk; 10 en gij hebt de volheid verkregen in Hem, die het hoofd is van alle overheid en macht. 11 In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus, 12 daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt. 13 Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold, 14 door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen: 15 Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd.


Woordverkondiging:
Hoe kan ik goed geloven…


Zingen: Psalm 62 vers 1, 4 en 5 NB

Mijn ziel is stil tot God mijn Heer,
van Hem verwacht ik altijd weer
mijn heil, - op Hem toch kan ik bouwen.
Ik wankel niet, want Hij staat vast:
mijn toevlucht, als het water wast,
mijn rots, mijn enige vertrouwen.

Wees stil, mijn ziel, tot God uw Heer,
Hij immers schenkt u altijd weer
zijn heil, - op Hem toch kunt gij bouwen.
Wankel dan niet, want Hij staat vast,
Hij is, ook als het onheil wast,
uw rots, uw enige vertrouwen.

Voorwaar, Hij is mijn heil, mijn rots,
mijn naam rust in de schutse Gods.
O volk, uw God laat u niet vallen.
Als gij voor Hem uw hart uitstort,
vertrouw dat gij gezegend wordt:
God is een schuilplaats voor ons allen.


We danken onze God en bidden tot Hem

 Collecte

* We gaan staan *

Zingen: Lied 53 (Eigen bundel)

Laat me in U blijven, groeien, bloeien,
o Heiland die de wijnstok zijt!
Uw kracht moet in mij overvloeien,
of 'k ben een wis verderf gewijd.
Doorstroom, beziel en zegen mij,
opdat ik waarlijk vruchtbaar zij!

Ik kan mijzelf geen wasdom geven:
niets kan ik zonder U, o Heer!
In uw gemeenschap kiemt er leven
en levensvolheid meer en meer!
Uw Geest moet in mij uitgestort:
de rank die U ontvalt, verdort.

Neen, Heer, ik wil van U niet scheiden,
'k blijf de Uw' altijd, blijf Gij de mijn'!
Uw liefde moet alom mij leiden,
uw leven moet mijn leven zijn,
uw licht moet schijnen in mijn huis
bij kruis naar kracht en kracht naar kruis.

Dan blijft mijn ziel voor U gewonnen,
dan wint mijn ziel door U in kracht!
Het werk in needrigheid begonnen,
wordt dan in heerlijkheid volbracht!
Wat in de windslen sliep, ontbot,
en komt in 't licht en rijpt voor God.


We belijden ons geloof

Ik geloof dat ik nooit alleen ben.
God is bij mij; Hij is mijn Vader.
Hij heeft alles gemaakt, ook mij.
 Ik geloof, dat God deze wereld in zijn hand houdt.
Hij heeft Jezus Christus op aarde gezonden.

Ik geloof, dat Hij de Zoon van God is.
Om mij te bevrijden van zonde en schuld
werd Hij aan het kruis geslagen,
en ging hij door het dodenrijk.
Hij is opgestaan en is mijn broeder.

Ik geloof, dat ik onder de mensen niet alleen ben.
Om mij heen is de gemeenschap van de kerk, van mensen.
Ze leven overal,
In alle landen van de wereld,
in alle continenten en onder alle rassen.
Ik hoor erbij.

Ik geloof, dat ik nooit zover van God kan weglopen,
dat er geen terugkeer mogelijk zou zijn,
dat God mij niet naar Zich toe wil trekken.

Ik geloof, dat God het leven wil en niet de dood,
de blijdschap en niet het verdriet
en dat Hij bij mij is,
vandaag en altijd.



Zingen: Lied 297 (Eigen bundel)

Diep, diep, diep als de zee.
Hoog, hoog, hoog als de lucht.
Wijd, wijd, wijd
als het water blauw.
Is Jezus' liefde voor jou en mij.

't Is net zo diep, diep,
diep als de zee.
Hoog, hoog, hoog als de lucht.
Wijd, wijd, wijd
als het water blauw.
Is Jezus' liefde voor jou.


God zegent ons

De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de heilige Geest met u allen. (2 Korintiërs hoofdstuk 13 vers 13) [blz. 258 achterin]


We beantwoorden de zegen met Psalm 73 vers 13 OB

Wien heb ik nevens U omhoog?
Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog,
Op aarde nevens U toch lusten?
Niets is er, waar ik in kan rusten.
Bezwijkt dan ooit, in bitt're smart
Of bangen nood, mijn vlees en hart,
Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed
Mijn rots, deel, mijn eeuwig goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten